Lees eerst deel 1: KLIK HIER
Ik word wakker in zacht gras. De zon schijn in mijn gezicht en ik hoor eendjes. Ik kijk om me heen en zie een park. Ik ken dit park niet. Ik zie mensen lachen en spelen, maar ik zie niemand die ik ken.
Ik word wakker in zacht gras. De zon schijn in mijn gezicht en ik hoor eendjes. Ik kijk om me heen en zie een park. Ik ken dit park niet. Ik zie mensen lachen en spelen, maar ik zie niemand die ik ken.
Ik zie een meisje
met een springtouw. Ze heeft lang, zwart haar. Haar schoenen tikken
op de stoeptegels, in de maat voor het rijmpje dat ze zingt:
Een
TIK, Twee TIK,
Wie ben ik?
Drie TIK, Vier TIK,
Wie ben jij?
Vijf TIK, Zes TIK
Zeven TIK, Acht TIK
Ik ben jij
En jij bent ik
Wie ben ik?
Drie TIK, Vier TIK,
Wie ben jij?
Vijf TIK, Zes TIK
Zeven TIK, Acht TIK
Ik ben jij
En jij bent ik
Ik sta op en loop
naar de vijver. Opa ging altijd de eendjes met me voeren. Hij zei
altijd dat, als je de eendjes voert, je elke dag een beetje goede
karma spaart. Ik weet niet wat karma is, maar het gaat niet naar je
bankrekening. Opa moest heel hard lachen toen ik dat een keer aan hem
vroeg.
Hij heeft me toen
uitgelegd dat, als je de eendjes voert in het park, je iets doet dat
goed is. En dan krijg je daar een puntje voor. En als je dan een keer
heel erg geluk hebt gehad, dan is het je beloning omdat je zoveel
puntjes hebt gespaard.
Ik heb toen
gevraagd of het was zoals airmiles sparen. Eerst moest hij weer heel
hard lachen. Maar daarna zei hij dat ik dat slim had bedacht. Opa zei
wel vaker dingen die ik niet begreep.
Ik mis opa.
“Ben je
verdwaald, Sara?” Geschrokken kijk ik omhoog.
“Cynthia!”
Eerst ben ik heel blij haar te zien, maar dan merk ik hoe groot ze
is. En ze praat tegen me. Dan word ik plots heel bang.
“Stil maar.”
Haar stem is precies zoals ik me had voorgesteld. “Rustig maar.”
Haar stem kalmeert me, en ik voel de schrik uit mijn lichaam
wegvagen.
“Je bent het
echt?” Ik sta op en kijk haar aan. Even glimlach ik, en dan voel ik
me weer angstig. “Dit is raar.”
“Natuurlijk is
dit raar!” lacht Cynthia. “Het is een droom.”
“Maar je lijkt
zo echt!” Opgelucht dat het maar een droom is, voel ik enthousiasme
opkomen. Ik spring om haar heen om haar eens goed te bekijken. “Je
lijkt zo verdomd echt!” Oh... Als oma me hoort, heb ik een probleem.
“Ik ben ook
echt.” Ze pakt mijn hand en begint me door het park te trekken.
“Maar de rest van wat we zien, is allemaal een droom.”
Plots schrik ik
wakker, tegen oma's borst. Zij was ergens van geschrokken.
“Oh sorry,
lieverd. Heb ik je wakker gemaakt?” Oma kijkt me niet aan als ze
tegen me spreekt. Dat is raar. Dat doet ze altijd. Ze kijkt naar de
deur.
“Ik had een
droom.” Even wordt ik enthousiast en wil ik oma alles vertellen,
maar oma blijft naar de deur kijken.
“Hmm hmm.”
zucht ze. Wil oma mijn droom niet weten? “Het is oké. Het was maar
een droom.”
Dan staat oma op
en loopt naar de deur. Nee, ze sluipt naar de deur. Langzaam begin ik
me het tikken te herinneren. Ik was vrijwel direct in slaap gevallen.
Is oma de hele nacht bij me geweest?
“Oma..”
“Ssshhht” zegt
oma. Ze drukt haar oor tegen de deur. Ik houd mijn adem in om zo stil
mogelijk te zijn.
Buiten fluit een
vogeltje. Ik zou willen schreeuwen dat het stil moet wezen, maar ik
moet zelf ook stil zijn. Ik zou oma willen vragen of ze wat hoort,
maar ik weet dat haar antwoord is dat ik stil moet wezen.
Langzaam maakt ze
de deur open en kijkt voorzichtig de gang in.
“Blijf hier.”
fluistert ze.
Ik heb me niet
bewogen tot oma weer terug in de slaapkamer was. Gelukkig duurde dan
niet lang, want stilzitten is moeilijk. Al zegt de gymleraar dat ik daar
het allerbeste in ben.
Oma komt naast me
zitten. Ze heeft een telefoon in haar handen. Met internet. Waarom
heeft ze dat niet gezegd?
“Weet jij hoe
dit werkt?” vraagt ze. Ik knik en kijk haar verbaasd aan. “Je
moeder heeft hem klaargezet voor ze wegging.” Klaargezet voor wat?
Ik vraag het niet, maar ik wil het wel weten. Gelukkig vertelt oma
het zelf.
“Er is een reden
dat je niet met de poppen mag spelen, Sara.” Ze blijft naar de deur
kijken terwijl ze spreekt. “Ik denk dat iemand oma voor de gek
probeert te houden.”
“Dat iemand een
grap met je uithaalt, oma?” Ik kijk haar aan, maar zij kijkt niet
terug.
“Ja...” Oma
zucht. “Een grap.” Ik denk niet dat oma dat meent, maar ik durf
er niet verder naar te vragen.
“Wat doen ze
dan?” Ik voel me gespannen. Een beetje enthousiast en een beetje
bang. Het voelt als een avontuur, en ook als een enge droom.
“Als ik naar bed
ga, verplaatst iemand de poppen, om oma bang te maken.” Ze kijkt
omlaag naar haar telefoon. “Mama heeft deze klaargezet, zodat we
kunnen zien wie er aan de poppen zit.”
En oma en mama
vonden het toch een goed idee dat ik kwam logeren? Soms vraag ik me
af wie er nu de vijfjarige is.
“Kun jij zien
wat we hebben opgenomen?” Ik voel me heel trots, want dat weet ik
heel goed. Ik weet iets dat oma niet weet. “Je moeder gelooft me
niet.”
Ik knik. “Ja
oma. Geef maar hier.” Ik pak de telefoon uit haar hand en open de
video galerij.
*************************
WORDT VERVOLGD
*************************